De tenniselleboog (epicondylitis lateralis humeri)
Een verkeerde backhand kan een tenniselleboog veroorzaken. Injecties helpen maar even en als rust niet helpt is manueel fysiotherapeutische behandeling een goed alternatief.
Naar schatting honderdduizend Nederlanders lijden eraan en lang niet allemaal omdat ze fanatiek tennissen. Een tennisarm, of liever gezegd tenniselleboog, kan in principe bij iedereen ontstaan die de spieren in zijn onderarm overbelast. Maar de sport leent zich goed om duidelijk te maken wat er misgaat bij een patiënt met zogeheten epicondylitis lateralis. Een onjuiste backhandslag, zwakke schouder- en polsspieren, maar ook slappe banden en kapsel rond de pols-elleboog-schouder zijn factoren die de kans op een tenniselleboog vergroten.
Bij overbelasting kan degeneratie van de betreffende onderarmspieren en op den duur een peesirritatie (ontsteking) bij de elleboog ontstaan.
Het eerste symptoom van een tennisarm is pijn aan de elleboog als de pols met kracht naar achteren wordt gebogen. Dat is een signaal dat het maken van die beweging onmiddellijk moet worden gestaakt. De gekwetste spieren en pezen hebben rust nodig om zich te herstellen. Krijgen de spieren die rust niet en blijft men er lustig op los slaan, dan is de kans groot dat op termijn de arm zelfs bij de minste of geringste beweging (ook knijpen en bovenhands tillen) pijn gaat doen. Pijn gaat bovendien uitstralen naar de onderarm, pols en hand en kan zich zelfs voordoen als de arm in ruststand is. Door chronische pijn, krachtverlies en coördinatiestoornissen wordt de arm op den duur vrijwel onbruikbaar.
De deskundige (sport)fysiotherapeut kan aan de hand van een paar vragen en oefeningen vrij eenvoudig vaststellen of een patiënt met pijnklachten aan elleboog, onderarm en hand een tennisarm heeft. Bij twijfel of het misschien een probleem van het elleboogsgewricht zelf is of een zenuwbeklemming (radiaal tunnelsyndroom) kan röntgenonderzoek of neurologisch onderzoek uitsluitsel geven.
Als manueel-fysiotherapeutische fysiotherapeuten vinden wij dat een tenniselleboog goed te behandelen is indien ze op tijd doorverwezen worden!
De behandeling bestaat dan uit:
- Diepe dwarse fricties plus een stevige onderarm massage ter verbetering van de doorbloeding en vermindering van de vaak te hoge spiertonus van de strekspieren in de onderarm.
- Manuele mobilisatie van het radi-ulnair gewricht.
- Stabiliserende spieroefeningen van de pols-elleboog-schouder spieren.
- Verder nog belastingsadviezen en functionele onderarm en bovenarm training.
- Indien blijkt dat er segmentale beïnvloeding vanuit het nek schoudergebied een rol speelt zal de nek schoudergordel ook bij de behandeling betrokken moeten worden. Segmentale pijnsyndromen zijn verder goed te beïnvloeden met segmentale interferentie.
Al met al denken wij deze klachten goed te kunnen behandelen in +/- 4 tot 6 weken.